Voorbeelden van intrinsieke waarde
In de aandelenhandel
In de aandelenhandel kan intrinsieke waarde verwijzen naar de ‘werkelijke’ waarde van een bedrijf in de ogen van een belegger of investeerder. Verschillende beleggers hebben verschillende opvattingen over de intrinsieke waarde van een aandeel. Sommigen hechten meer belang aan een stevig fundament, terwijl anderen vooral naar de groeipotentie kijken.
Intrinsieke waarde meet de waarde die inherent is aan het aandeel, terwijl extrinsieke waarde meet hoeveel van de waarde ervan is afgeleid van externe factoren.
In de optiehandel
In de optiehandel betekent intrinsieke waarde het verschil tussen de prijs van het onderliggende bezit en de strikeprijs van de optie. De methode die men gebruikt om de intrinsieke waarde te berekenen, is afhankelijk van het type optie dat is gekocht. Bij callopties is het de prijs van het onderliggende bezit min de strikeprijs en bij putopties is het de strikeprijs min de prijs van het onderliggende bezit.
Intrinsieke waarde heeft enkel betrekking op opties die in the money zijn. Een negatieve intrinsieke waarde zou betekenen dat de optie ofwel at the money ofwel out of the money is.
Ook in de optiehandel dient men rekening te houden met de ‘extrinsieke waarde’. Dit is het verschil tussen de marktprijs van een optie en haar intrinsieke waarde. Dus als een optie een premie van €50 heeft en een intrinsieke waarde van €30, dan is de extrinsieke waarde €20.