Rendementen van aandelen vs. obligaties
De berekening van het rendement van aandelen is anders dan die van het rendement van obligaties, omdat aandelen dividend opleveren en obligaties rentedragend zijn.
Voorbeeld van berekening rendement voor aandelen
Stel dat u twee aandelen ABC NV in uw bezit heeft, die voor €40 per stuk heeft gekocht. Uw investering is dus in het begin €80 waard.
In een jaar betaalt ABC NV dividend uit van €2 per aandeel, wat u €4 oplevert, en de prijs van het aandeel stijgt naar €50. Dit betekent dat uw totale investering €104 waard is (de waarde van de aandelen plus dividend). Vervolgens trekt u de oorspronkelijke waarde van uw investering (€80) af van de nieuwe waarde (€104) en deelt dit door €80. Om uw rendement in procenten uitgedrukt te krijgen, vermenigvuldigt u de uitkomst met 100. Zo komt u op een jaarlijks rendement van 30%.
Voorbeeld van berekening rendement voor obligaties
Stel nu dat u een obligatie van €100.000 heeft met 5% rente die na vier jaar afloopt. U verdient dan €5.000 per jaar (de waarde van de obligatie maal het rentetarief). Als u de obligatie na één jaar voor €120.000 verkoopt, bedraagt de groei van de obligatie €20.000 (nieuwe waarde van de obligatie min de oorspronkelijke waarde).
Het rendement is te berekenen door de rente en de groei bij elkaar op te tellen en de uitkomst door de oorspronkelijke prijs van de obligatie te delen (uitgedrukt in procenten). Het rendement na één jaar komt daarmee op 25% uit (€5.000 plus €20.000, gedeeld door €100.000, maal 100).